woensdag 24 augustus 2011

szymborska

Ik deel vandaag graag een een gedicht van Wislawa Szymborska. In het Stedelijk museum stootte ik jaren geleden op een prachtig gedicht van haar. (met bijbehorend beeld, waar het waarschijnlijk toen om ging, maar wat ik me niet meer kan herinneren). Szymborska won ooit de Nobelprijs voor de literatuur.

Een bijdrage tot de statistiek

Op elke honderd mensen

zijn er tweeënvijftig
die alles beter weten,

onzeker van elke stap -
bijna de hele rest,

bereid om te helpen,
als het niet te lang duurt
- wel negenenveertig,

de goedheid zelve,
omdat ze niet anders kunnen
- vier, nou, misschien vijf,

in staat tot bewondering zonder afgunst
- achttien,

om de tuin geleid
door de jeugd die voorbijgaat
- plusminus zestig,

nemen er vierenveertig
alles serieus,

leven er in voortdurende angst
voor iemand of iets
- zevenenzeventig,

hebben er talent om gelukkig te zijn
- twintig, hoogstens dertig,

zijn als individu ongevaarlijk,
maar slaan los in de massa
- meer dan de helft, minstens,

wreed,
als omstandigheden hen dwingen,
- hoeveel weet ik liever niet,
ook niet ongeveer,

wijs door schade
- niet veel meer
dan zonder,

willen er van het leven alleen dingen
- dertig,
hoewel ik me liever vergis,

krimpen in elkaar en hebben pijn,
zonder lantaarn in het donker
- drieëntachtig,
vroeg of laat,

zijn tamelijk veel
rechtvaardig - vijfendertig,

maar als rechtvaardigheid
de moeite van begrijpen vereist
- drie,

verdienen er medelijden
- negenennegentig,

zijn sterfelijk
- honderd op de honderd,
Een getal dat vooralsnog niet verandert,

uit: Wislawa Szymborska
Einde en begin
Gedichten
1957 - 1997
(prachtige) vertaling : Gerard Rasch

Geen opmerkingen: